Duurzaamheid is diverser voor agrarisch vastgoed
Boer ook goed met je vastgoed!
Bij woningen en commercieel vastgoed draait verduurzaming om het hergebruik van materialen en het verminderen van energieverbruik en CO2-uitstoot. Voor een goede beoordeling van de duurzaamheid van agrarisch en landelijk vastgoed zijn echter veel meer aspecten van belang, zoals gezondheid, vervuiling, transport, water, dierenwelzijn, grondgebruik en afval. Dit blijkt uit een bureaustudie die NVM-vakgroep Agrarisch & Landelijk heeft laten uitvoeren.
De taxatie van commercieel vastgoed bevat standaard een duurzaamheidsparagraaf. “Deze gaat voor agrarisch vastgoed vaak veel verder en breder dan alleen energiebesparende maatregelen”, licht Jos Ebbers, voorzitter van de NVM-vakgroep Agrarisch & Landelijk toe.
“Er bestaat echter nog geen beoordelingssystematiek die op integrale wijze de mate van verduurzaming van agrarisch vastgoed in beeld brengt. Deze bureaustudie – die door adviesbureau Pouderoyen Tonnaer is uitgevoerd – vormt hier een mogelijke aanzet toe.”
Risicoprofiel
Duurzaam vastgoed is waarde- en toekomstbestendiger en zorgt voor een beter risicoprofiel. Een betere duurzaamheidswaardering heeft niet alleen een positief effect op de financieringsmogelijkheden van een object, maar creëert ook bewustzijn over de mogelijkheden om verder te verduurzamen. Het is dan wel zaak een compleet beeld te hebben van alle aspecten die de duurzaamheid van een agrarische opstal bepalen.
Akkerbouw of paardenhouderij
Per specifieke agrarische sector verschilt overigens het zwaartepunt van de duurzaamheidsthema’s. Voor akkerbouw zijn andere aspecten relevant dan voor bijvoorbeeld glastuinbouw of paardenhouderij. Voor de meeste deelaspecten geldt dat er wel een specifiek certificaat of keurmerk op het gebied van duurzaamheid bestaat, maar van een integrale beoordelingssystematiek is nog geen sprake.
Ebbers: “Dat zou echter wel een bijzonder handig instrument zijn, waar wij door middel van deze bureaustudie en vervolgstappen graag ons steentje aan bijdragen. We gaan kijken hoe we de uitkomsten van deze studie kunnen gebruiken in de dienstverlening aan én van onze leden.”